Dag 7 - Maandag 5 augustus: Pablo's knie is niet goed, we staken de fietsvakantie

[Pablo:] We ontbijten weer heerlijk bij de Auberge des Fontaines des Bretons. Ditmaal beiden met een boek erbij, want 'De stamhouder' heeft mij helemaal gegrepen. 

Ondanks de last aan mijn rechterknie ben ik vastberaden er het beste van te maken en toch te gaan fietsen. Ik smeer de Voltaren-crème goed in en doe de gisteren aangeschafte knieband aan om de volgende etappe zo goed mogelijk tegemoet te gaan. We zijn nog geen 5 minuten op weg of we constateren beiden dat het heerlijk voelt om weer te fietsen. Het is overigens een beetje bewolkt en wat koeler vandaag: uitstekend fietsweer. 

De route neemt ons mee langs mooie groene paden tussen bramenstruiken en weilanden met koeien. We stoppen om er een paar van te proeven (de bramen), en zien het landschap langzaam veranderen in ruigere duinen waar ook minder verkeer langskomt. 

In een klein vissersdorpje op 25 km zien we een oesterkwekerij met daaraan vastgekoppeld een restaurantje waar je 9 oesters, een citroentaartje en een glas wijn voor maar 11,50€ kunt krijgen. Zo'n aanbieding kunnen we moeilijk weerstaan. We doen er een vissoepje bij en genieten van deze maaltijd die voornamelijk naar vakantie smaakt. 

De situatie met mijn knie wordt echter alleen maar slechter. Ik kan er eigenlijk geen kracht meer mee uitoefenen zonder dat ik pijn voel, en moet dus zowat uitsluitend met mijn linkerknie fietsen, wat langzamer en moeilijk gaat. 

Toch halen we redelijk snel het toppunt van de dag - de overgang van Gois, een uitgestrekt en ondiep stuk zee dat men alleen bij eb over kan steken. We komen op tijd aan en maken een best speciale ervaring mee: als Moses die de zeeën deed openen fietsen wij over de zee. Maar we zijn we niet de enigen: zeker duizend mensen zijn tijdens het lage water op zoek gegaan naar mosselen, kokkels, en andere schelpjes, waarmee ze manden tot aan de randen toe vullen om trots mee naar huis te nemen. Vanavond kunnen die mensen een maaltijd eten die zowel hun honger, als een oerhunkering naar het zelf jagen van eten, vervult. 

We fietsen door en verlaten het eiland van Nourmoutier langs een grote brug waar bij sterke wind geen fietsers op mogen. Bovenaan waait het inderdaad behoorlijk hard, maar het is ook een mooi beeld, want je kunt er uitkijken op de Atlantische oceaan en op de brede, moerassige kust die haar met open armen ontvangt. 

Naarmate de dag voorbij gaat blijkt het toch niet een realistische oplossing dat ik fiets door me vooral met mijn linkerbeen in te spannen. Ik fiets er telkens trager door, en om mijn vader bij te houden - die ik op de etappe naar Nantes nog een paar keer (graag) opwachtte -, moet ik nu hijgen en puffen: het gaat moeilijk als je maar met één been goed kan trappen.

Als we na het eiland door het schitterende bos van des Monts fietsen regelt pap een hotelletje; het is inmiddels 5 uur. Bij ons oorspronkelijke doel Sion sur l'Ocean - uitgezocht zodat we in 3 dagen naar La Rochelle zouden kunnen fietsen - blijkt geen kamer beschikbaar te zijn. We reserveren dus een kamer in Saint Jean de Monts wat dichterbij is, op maar 17 km. 

Dat komt mij stiekem best goed uit - mijn knie begint mij nu echt lastig te vallen. Al doe ik er geen serieuze inspanning mee, ik voel de pijn wel steeds duidelijker en feller, en wat misschien wel erger is, is dat mijn steeds groter wordende afhankelijkheid van mijn linkerbeen er inmiddels voor heeft gezorgd dat ik ook deze teveel belast heb. Jammer. 

Ik bespreek het met Pap. Doorzetten lijkt niet zo verstandig - ik kan nu nog prima lopen en zou dat niet op het spel willen zetten, laat staan het risico nemen een serieuzere blessure op te lopen. Aan de andere kant ben ik pas 20, heb ik deze reizen (en intensere varianten zoals die van vorig jaar met meer bergen) al 5 jaar gedaan, en heb ik nooit last gehad van mijn knie - sowieso heb ik geen blessure gehad. Ik ben niet bereid toe te geven dat dit veroorzaakt is door overbelasting - daar ben ik te jong voor, mijn spieren te snel herstellend en mijn ego te groot. De last begon ik te voelen voor Paimboeuf, op een vlak stuk langs een kanaal. De enige logische reden lijkt me dat ik een verkeerde beweging heb gemaakt die me daarna door de constante inspanning duur is komen te staan. 

Het is pech, maar het kan iedereen overkomen - wel knap van pap dat hij op zijn 52ste alleen maar sterker wordt! Ik vindt het jammer, want ik ben stiekem ontzettend gaan houden van deze fietsreizen, en een groot deel van het genot zit er bij mij in de fysieke ontwikkeling die ik tijdens zo'n reis doormaak, maar deze vakantieformule betekent daarom ook dat je niet half-fit kunt zijn: je moet alles kunnen geven en elke dag nieuwe grenzen op kunnen zoeken - anders is de lol eraf. Ook niet eerlijk voor pap om hier te rijden met iemand die maar 40% van zijn normale inspanning kan leveren... 

Nou ja. Volgend jaar ben ik terug op mijn fiets. Sterker en vastberadener. Ik heb de slag bij St. Jean verloren, maar de oorlog kan ik nog winnen - ik hou nu al teveel van fietsen en deze fietsreizen zijn inmiddels ook een deel van mijn persoonlijkheid geworden.

Dit is hem, mijn reflectie. Niet meer aan denken - nu alleen genieten. We gaan nu een biertje halen met wat mosselen. 

"Vervelend van je knie", zou mijn vader zeggen, "maar het moet wel vakantie blijven". Wijze vader.
































Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 3 - Donderdag 1 augustus: het kanaal in actie, en uitmuntend gegeten

Epiloog